Diftar
In sommige gemeenten wordt organisch afval (waaronder voedsel) apart ingezameld in groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval) containers. Door een variabel bedrag aan de hoeveelheid GFT-afval te koppelen, kan de gemeente huishoudens stimuleren om minder voedsel weg te gooien. Om te meten hoeveel huishoudens weggooien kan er met een pasjessysteem worden gewerkt bij grote ondergrondse, centrale afvalcontainers.
Daarnaast kan er gewerkt worden met twee soorten huishoudelijke afvalcontainers die aan de buitenkant even groot zijn (zodat de vuilniswagen geen problemen heeft met het legen van de containers) maar aan de binnenkant verschillen qua maat. Kiest een huishouden voor een container met een kleinere inhoud, dan betalen zij minder afvalstoffenheffing.
Combinatie vast en diftar tarief
Om te voorkomen dat een heffing zorgt voor minder goede scheiding van het afval is een combinatie van een basis- en variabel tarief aan te raden. Het basistarief dekt de onvermijdbare voedselresten (oneetbare dingen zoals schillen, pitten, botten etc.). Alles daarboven is vermijdbare verspilling en kan ontmoedigd worden met een variabel tarief. De gemeente kan de voedselverspilling terugkoppelen naar de huishoudens, zodat ze gedurende het jaar al te horen krijgen of ze er boven of onder zitten (net zoals met de energierekening).
Een combinatie tussen een vast tarief aangevuld met een variabel tarief van afvalstoffenheffing kan op vergelijkbare wijze als rioolheffing worden toegepast. De rioolheffing bestaat uit een basistarief dat wordt aangevuld met een bedrag dat afhankelijk is van de hoeveelheid water die een huishouden verbruikt. Het basistarief werkt als een minimum plafond: geen één huishouden maakt namelijk niet gebruik van het riool. Ditzelfde principe kan voor afvalstoffenheffing worden gebruikt, gerelateerd aan het aantal kilo afval dat een huishouden produceert.
De website COELO brengt de verschillen van afvalstoffenheffing per gemeente in kaart.
In totaal maakt 40% van alle gemeenten in Nederland gebruikt van een diftartarief met betrekking tot de afvalstoffenheffing. Een voorbeeld van een dergelijke gemeente is de gemeente Nijmegen. In de gemeente Nijmegen betalen de inwoners een variabel tarief onder andere op basis van het aantal afvalzakken (restafval) of aantal keren dat er gebruik is gemaakt van de ondergrondse containers of grof afval dat aan huis is opgehaald.
Een voorbeeld van een gemeente die gebruikmaakt van een combinatie tussen een vaste en variabele afvalstoffenheffing is de gemeente Deventer. De heffing bestaat uit een basistarief en het variabele tarief dat wordt bepaald door het aantal keren dat een huishouden de grijze container aan de weg zet of restafval in de ondergrondse container doet. Daarnaast biedt Deventer verschillende soorten containers aan, waar verschillende soorten tarieven aan gekoppeld zijn.
Op grond van artikel 15.33 lid 1 van de Wet milieubeheer kan de gemeente een afvalstoffenheffing instellen voor huishoudens die in het bezit zijn van een woning. Daarnaast moet de afvalstoffenheffing altijd op 100% uitkomen. Dit betekent dat de afvalstoffenheffing kostendekkend moet zijn: er mag geen verlies of winst op worden gemaakt.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Milieurecht |
Citeertitel | Wet milieubeheer |
Artikel | 15.33 |
Geldig vanaf | TBD |