Toedeling functies aan locaties
Het omgevingsplan regelt het gebruik van grond en bouwwerken. In het omgevingsplan kan ruimte worden gemaakt die nodig is voor de transitie naar een circulaire economie. Er kunnen locaties worden aangewezen voor het uitoefenen van activiteiten die een circulaire economie bevorderen of faciliteren. Een voorbeeld is het aanwijzen van locaties waarop de functies materialenhub of reparatie- of recyclingactiviteiten zijn toegestaan.
Procesregels
In een omgevingsplan mag je geen bouwtechnische regels opnemen over bouwwerken. De regels over bouwwerken zijn landelijk geregeld in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Het Bbl is uitputtend bedoeld. Dat betekent dat er geen aanvullende of afwijkende regels mogen worden gesteld voor onderwerpen waar het Bbl al in voorziet. In het omgevingsplan kunnen wel procedurele regels worden opgenomen. Voor infrastructuur kan bijvoorbeeld een circulair beheerplan of circulair kwaliteitsplan worden geëist. Dat kan in de vorm van een informatieplicht voor bestaande infrastructuur of als regel dat het bijgevoegd moet worden bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Ook kan bijvoorbeeld geregeld worden dat bij nieuwe infrastructuurprojecten een materialenpaspoort moet worden opgesteld.
Bouwtechnische eisen voor wegen
Wegen en straten zijn geen bouwwerk. Het Bbl is daarop niet van toepassing. Voor wegen kunnen dus bouwtechnische eisen in het omgevingsplan worden opgenomen. In het omgevingsplan kan bijvoorbeeld een maximale MKI-score worden opgenomen voor wegen. MKI is de milieukostenindicator die de milieu-impact van een product uitdrukt in één score in euro’s. Een infraproject kan dan alleen gerealiseerd worden als de MKI niet hoger is dan bepaald in het omgevingsplan. Ook kan in het omgevingsplan geregeld worden dat de bouw van wegen emissieloos moet zijn.
Omgevingswaarden
In het omgevingsplan kun je ook omgevingswaardenopnemen. Omgevingswaarden leggen de kwaliteit vast die een gemeente voor de fysieke leefomgeving wil bereiken. Lees meer over omgevingswaarden bij het instrument Neem een omgevingswaarde op in het omgevingsplan.
Een materialenhub is belangrijk om materialen die vrijkomen bij sloop van infrastructuur te verzamelen en aan te bieden voor hergebruik voor nieuwe infrastructuurprojecten.
Een voorbeeldregel voor een grondstoffenhub die je ook in het omgevingsplan kan opnemen, staat in het bestemmingsplan buitengebied Sidestream Innovation Valley in de gemeente Oosterhout. In het bestemmingsplan is de bestemming ‘Bedrijf-Biobased’ opgenomen. De bestemming is als volgt beschreven:
De voor 'Bedrijf - Biobased' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het bestemmingsplan is nog in de ontwerpfase en dus nog niet in werking getreden.
Op grond van artikel 2.4, eerste lid, Omgevingswet dient de gemeenteraad een omgevingsplan vast te stellen. Het omgevingsplan bevat de regels die nodig zijn voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 4.2 Ow).
In artikel 4.3 Ow staat dat het Rijk bevoegd is om algemene regels te stellen over bouwwerken. Die algemene regels staan in het Bbl. Uit de Nota van Toelichting bij het Bbl volgt dat deze regels uitputtend zijn bedoeld. Dat betekent dat gemeenten geen aanvullende of afwijkende regels mogen stellen over onderwerpen waar het Bbl over gaat. Alleen als het Bbl expliciet voorziet in de mogelijkheid om af te wijken of om daarop aanvullende regels te stellen, kunnen gemeenten op grond van artikel 4.6 Ow maatwerkregels opnemen in het omgevingsplan. Het Bbl gaat over bouwwerken. Aanlegactiviteiten, zoals graafwerkzaamheden, vallen niet onder de werking van het Bbl. Daarover kunnen regels worden gesteld in het omgevingsplan.
Rechtsgebied | Publiekrecht > Omgevingsrecht |
Citeertitel | Omgevingswet |
Artikel | 2.4 |
Geldig vanaf | Invalid Date |