Uit artikel 4 volgt een verplichting om de criteria voor een ecologisch duurzame economische activiteit bij overheidsmaatregelen te gebruiken. Dit houdt in dat een overheidsmaatregel alleen als ecologisch duurzaam mag worden gemarkeerd, als wordt voldaan aan de criteria uit het classificatiesysteem van de EU Taxonomie.
Terminologie en definities uit Taxonomie toepassen in eigen beleid
Vanuit haar voorbeeldrol en maatschappelijke verantwoordelijkheid kan de decentrale overheid de EU Taxonomie gebruiken om duurzaamheid in het eigen beleid te integreren en een duurzaam bedrijfsklimaat te ondersteunen.
Dit kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van de terminologie en definities uit de verordening omtrent het classificeren van beleid of activiteiten als ecologisch duurzaam. Zo kan de decentrale overheid duurzame aanbestedingen en tenders uitbrengen.
De decentrale overheid kan via subsidies sturen op het gebruik van het classificatiesysteem door bedrijven die formeel niet onder de reikwijdte van de verordening vallen. De EU Taxonomie benadrukt namelijk het belang van transparantie in de financiële wereld en het aantrekken van kapitaal naar duurzame economische activiteiten.
De grotere nadruk op duurzaamheid in het bedrijfsleven kan een bredere stimulans zijn voor meer duurzame initiatieven op lokaal niveau.
Decentrale overheden kunnen deze stimulans versterken door duurzaamheidsprestaties van de economische activiteiten te koppelen aan subsidievoorwaarden, mits dit goed gemotiveerd is. Zo kan de decentrale overheid in de subsidievoorwaarden opnemen dat subsidieaanvragers moeten rapporteren over de mate waarin de economische activiteit bijdraagt aan de zes milieudoelstellingen.
Op deze manier krijgt de decentrale overheid inzicht in het aantal jaarlijks verleende subsidies die duurzame economische activiteiten bekostigen.
In Nederland zijn vijf regionale ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) opgericht met als doel om in een bepaalde regio de economie te versterken en werkgelegenheid te creëren. Dit doen ze door MKB-ondernemers te helpen met innoveren, investeren en internationaliseren. De ROM’s zetten zich onder andere in op het thema duurzaamheid.
We raden ROM’s aan om dezelfde financieringsstrekking als de EU Taxonomie aan te houden. Dit houdt in dat de ROM’s de terminologie en classificatie van een ecologisch duurzame belegging uit de verordening zouden moeten overnemen bij het duurzaam investeren in economische activiteiten.
Hier kunnen de ROM’s consequenties aan verbinden: is volgens het classificatiesysteem geen sprake van een duurzame, economische activiteit en wordt de investering niet gebruikt om te verduurzamen, dan zou de ROM er niet in moeten investeren.